EWA reageert op consultatie SDE++ 2026: Pleidooi voor eerlijke waardering van energie uit water
- Peter Scheijgrond
- 5 dagen geleden
- 4 minuten om te lezen
Door Maarten Berkhout (SeaQurrent) en Peter Scheijgrond (Bluespring)
Het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) heeft het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) gevraagd om advies over de SDE++-regeling voor 2026. In dit kader heeft het PBL een wijzigingsnotitie gepubliceerd, waarin zij belanghebbenden uitnodigt om schriftelijk te reageren op de voorgestelde wijzigingen. citeturn0search1 De SDE++ is een subsidieregeling die gericht is op het stimuleren van projecten die bijdragen aan de reductie van CO₂-uitstoot.
Namens het bestuur van de Dutch Energy from Water Association (EWA) delen wij graag onze visie op enkele belangrijke aspecten van deze consultatie:
1. Transparantie en opvolging van consultatiereacties
Wij waarderen de mogelijkheid om te reageren op de wijzigingsnotitie. Echter, het is ons opgevallen dat eerdere consultatiereacties op het definitieve eindadvies voor 2024 geen zichtbare opvolging hebben gekregen. Dit roept vragen op over de waarde en invloed van dergelijke reacties. Wij pleiten voor meer transparantie in hoe consultatiereacties worden verwerkt en meegenomen in het uiteindelijke beleid.
2. CO₂-reductiefactor en de rol van energie uit water
In paragraaf 2.2.4 van de wijzigingsnotitie wordt uitgegaan van de verwachte situatie in 2036 om de CO₂-besparing per geproduceerde kilowattuur elektriciteit te bepalen. Daarbij wordt gerekend met de ‘gemiddelde marginale optie’ uit het KEV-model, wat resulteert in een besparing van slechts 0,13 kg CO₂ per kWh.
Deze waarde vinden wij te laag, vooral voor technologieën zoals getijdenenergie en osmose, die juist elektriciteit leveren op momenten dat zon en wind dat niet doen — en dus een belangrijke aanvullende rol kunnen spelen.
Bovendien is die lage CO₂-besparing gebaseerd op optimistische aannames over hoeveel wind- en zonne-energie er in 2036 beschikbaar zal zijn. In de praktijk zien we juist veel vertragingen:
Zonne- en windprojecten lopen tegen lange wachttijden voor netaansluiting aan (soms langer dan 10 jaar);
Er is terughoudendheid bij deelname aan nieuwe wind-op-zee-veilingen.
Deze onzekerheden maken het aannemelijk dat de werkelijke uitstootbesparing van alternatieve bronnen zoals energie uit water fors hoger ligt dan nu wordt aangenomen. Wij pleiten er daarom voor om de gebruikte emissiefactor van 0,13 kg CO₂/kWh te herzien, zodat technologieën die leveren op momenten van schaarste eerlijk gewaardeerd worden in het SDE++-systeem.
3. Gelijk speelveld voor CO₂-reducerende technologieën
De huidige methodiek voor het berekenen van kosteneffectiviteit lijkt technologieën zoals waterstofproductie via elektrolyse bevoordelen ten opzichte van directe elektriciteitsopwekking uit water. Bijvoorbeeld, voor de productie van 1 kWh elektriciteit via waterstof wordt een CO₂-besparing van 0,458 kg CO₂/kWh aangenomen, terwijl directe opwekking via getijdenenergie slechts 0,13 kg CO₂/kWh bespaart. Wij vragen aandacht voor deze discrepantie en pleiten voor een herziening van de berekeningsmethodiek om een eerlijker vergelijking tussen technologieën mogelijk te maken.
4. Subsidie-intensiteit en de waarde van betrouwbare elektriciteitsopwekking
Binnen de SDE++-regeling zijn er grenzen gesteld aan hoeveel subsidie een project maximaal kan ontvangen. Er zijn twee ‘subsidie-intensiteiten’: één van €300 per vermeden ton CO₂, en een hogere van €400 per ton. Die hogere categorie is op dit moment voorbehouden aan toepassingen zoals lage- en hogetemperatuurwarmte en de productie van duurzame moleculen (zoals waterstof).
Echter: een groot deel van die warmte (voor bijvoorbeeld gebouwen) zal geleverd moeten worden via elektrisch aangedreven warmtepompen. En juist in de koude wintermaanden, wanneer de warmtevraag het hoogst is, leveren zon en wind vaak weinig stroom. Er is dan behoefte aan betrouwbare en voorspelbare elektriciteitsbronnen.
Technologieën zoals energie uit water (bijvoorbeeld getijdenenergie of energie uit rivieren) zijn bij uitstek geschikt om in die behoefte te voorzien, omdat ze onafhankelijk van weersomstandigheden elektriciteit kunnen leveren.
Daarom vinden wij dat deze technologieën ook recht zouden moeten hebben op de hogere subsidie-intensiteit van €400 per ton CO₂, net als andere cruciale bouwstenen van het energiesysteem. Zo creëren we een eerlijk speelveld én ondersteunen we oplossingen die daadwerkelijk bijdragen aan een robuuste en duurzame energievoorziening.
5. Monitoring van CO₂-uitstoot bij elektriciteitsverbruik
In de SDE++-regeling staat dat er bij het gebruik van elektriciteit op geen enkel uur van het jaar netto CO₂-uitstoot mag plaatsvinden. Dat klinkt goed in theorie, maar roept in de praktijk belangrijke vragen op:Hoe wordt dit gecontroleerd? Welke methode wordt gebruikt om te bepalen of de stroom op elk moment van het jaar écht CO₂-vrij is?En hoe wordt gehandhaafd als dit niet het geval is?
Voor projecten die afhankelijk zijn van ingekochte elektriciteit, zoals bijvoorbeeld voor de productie van waterstof of osmose-installaties, is deze eis erg streng. Zeker omdat het elektriciteitsnet zelf nu nog deels stroom levert die afkomstig is van fossiele bronnen.
Daarom vragen wij om duidelijke uitleg over hoe deze voorwaarde wordt gemonitord en afgedwongen. Heldere richtlijnen en transparantie zijn essentieel om te zorgen dat projecten weten waar ze aan toe zijn én eerlijke kansen krijgen binnen de regeling.
6. Innovatie en de positie van waterkracht
De Renewable Energy Directive (RED) stelt dat tegen 2030 ten minste 5% van de nieuw geïnstalleerde capaciteit voor hernieuwbare energie moet bestaan uit innovatieve technologieën. Het verplaatsen van waterkracht naar de groslijst lijkt in strijd met dit doel en kan de realisatie van dergelijke projecten belemmeren. Wij pleiten voor een heroverweging van deze beslissing om de ontwikkeling van innovatieve waterkrachtprojecten te ondersteunen.
Wij hopen dat onze opmerkingen bijdragen aan een evenwichtige en effectieve SDE++-regeling voor 2026, waarin innovatieve en betrouwbare technologieën zoals energie uit water een passende waardering en ondersteuning krijgen.
Met vriendelijke groet,
Namens het bestuur van de Dutch Energy from Water Association (EWA)
Comments